De wedstrijdsimulatie bestond uit twee onderdelen. Laurine van Riessen reed enkele sprints tegen baantalenten Yorick Wever en Tony Boon, terwijl Theo Bos en Matthijs Büchli driemaal een 250 meter met staande start oefende, gebaseerd op het protocol van de Olympische teamsprint. Laurine en Matthijs zijn al zeker van deelname in Tokyo, maar Theo moet zich nog plaatsen. Op 28 januari zal er een kwalificatietoernooi worden georganiseerd tussen Theo en Roy van den Berg en Nils van ’t Hoenderdaal.

De startpositie is de enige plaats in de teamsprintselectie die nog beschikbaar is en voor Theo is dat een laatste kans op een gouden Olympische medaille. Vijf wereldtitels en een zilveren Olympische medaille heeft hij al, maar die gouden medaille op Spelen ontbreekt nog. Om in een zo goed mogelijke vorm aan te start te staan op het olympisch kwalificatietoernooi, werd er dus afgelopen weekend een wedstrijdsimulatie gehouden in Apeldoorn. “Ik weet nu wat mijn beste set-up is qua materiaal, dus dat zit wel goed”, blikte hij terug op de training. Echter gaf het ook een reële indruk hoe Theo er fysiek voorstaat: “Qua fysieke gesteldheid moet het nog beter om te kunnen concurreren met Roy en Nils. Er moet dus nog wel iets meer power bij komen, maar we hebben nog anderhalve maand tot de wedstrijd.”

Na lange tijd zonder wedstrijden, werd het wedstrijdgevoel weer opgezocht. Theo en Matthijs knalden uit de startmachines, terwijl Laurine haar handen vol had aan haar talentvolle tegenstanders. Doelstelling van de wedstrijdsimulatie werd dus ook ruim behaald