Laurine van Riessen wil de tijd gebruiken om te verbeteren
INTERVIEW
4 MIN | DOOR NICK DOUP | WIELERFLITS
Laurine van Riessen was zo goed als zeker van deelname op drie onderdelen van de Olympische Spelen in Tokio. Gelukkig voor haar blijven de internationale kwalificaties staan, nu het evenement is verplaatst van de zomer van 2020 naar die van 2021. De KNWU moet echter nog knopen doorhakken. Van Riessen weet wat haar te wachten staat: “Ik moet uit dat jaar extra mijn voordeel gaan halen!”
Dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt door Wielerflits.nl
Bij de 32-jarige Van Riessen werd snel de knop omgezet toen alle sportfaciliteiten in Nederland dicht gingen vanwege het coronavirus. “Toen alles op slot ging, zijn vanuit de KNWU krachtspullen gebracht, zodat we thuis kunnen door trainen. Daarom kunnen wij wel fit blijven”, legt ze uit. “De motivatie is er nog wel, want de blik gaat al op de volgende Spelen. Nu lijkt het heel ver… Het is een gekke tijd. Wij hebben een tijd lang gedaan alsof de Spelen door zouden gaan. Alleen op een gegeven moment moest ik schakelen. Nu zijn we bezig met nieuwe plannen en ondertussen proberen we fit te blijven.”
"Daar moeten we het mee doen.."
“Het was wel lastig om die schakeling te maken”, zegt Van Riessen, die in aanmerking kwam voor de Teamsprint, Individuele Sprint en de Keirin in Tokio. “Aan de ene kant gebeurt zoveel in de wereld, dat wij niet moeten klagen. Maar wij zijn er wel al vier jaar mee bezig en staan drie maanden voor de Spelen. Dat is heel lastig voor ons, maar ik heb wel het besef dat er ergere dingen aan de hand zijn. Dat relativeert het wel weer.”
“In eerste instantie baal je er van, maar je ziet ook dat ze in juli dat niet door laten gaan als de situatie niet onder controle is. Je snapt de keuze wel, het kon gewoon niet anders”, erkent de voormalig schaatsster van BEAT Cycling Club. “We zijn blij dat ze het niet geannuleerd hebben, maar uitgesteld. Dan moeten we het daar mee doen.”
Van Riessen woont samen met haar vriend Matthijs Büchli, die ook op het punt stond om naar de Olympische Spelen te gaan. Gedeelde smart is halve smart, zou je kunnen zeggen. “We kunnen het er samen over hebben, maar het is wel voor allebei balen”, kan Van Riessen er om lachen. “Maar we moeten er allebei mee omgaan. Ik weet niet of het een voordeel is, maar we kunnen er over praten.”
Meer improviseren dan normaal
In huize Van Riessen-Büchli is het ook anders trainen, nu de wielerbanen in Nederland niet open zijn. “Wij moeten meer improviseren dan normaal. De baan is dicht, Papendal is dicht en we hebben geen fysio’s en masseurs. In die zin merken wij er veel van, maar zeker nu de Spelen niet doorgaan hoef je je er minder druk over te maken”, weet de sprintster. “We hebben wel geluk met de sport. Je leest verhalen over zwemmers en turnsters, die moeten sport-specifieke dingen doen. Wij kunnen op dit moment nog naar buiten om te fietsen, en krachttraining op het balkon gaat ook nog wel. Dat geeft wat rust.”
De baanwielrenners zaten, buiten de Olympische Spelen, al in een onzekere periode. De UCI heeft namelijk besloten vanaf komend seizoen het baanwielrennen te hervormen. Veel is daarvan nog niet zeker. “We hebben weliswaar een datum voor de Olympische Spelen, maar voor de rest weten we niets. Wanneer kunnen we weer gaan trainen? Wanneer zijn er weer wedstrijden? En welke wedstrijden zijn dat?”, vraagt Van Riessen zich af. “Dat moeten we afwachten."
“Het is wel een beetje gek. Als de Nations Cup (gepland van maart-september, red.) doorgaat dan zijn er wel wat wedstrijden in aanloop naar de Spelen, maar daar weten we nog niets van af. Een normaal seizoen zou meer duidelijkheid geven, als je weet dat de Wereldbekers en het WK eraan komen. Alleen dat hebben we niet, ook dat geeft nog meer onzekerheid”, vertelt ze.
"Ik denk nog lang niet aan stoppen"
Ten tijde van de Olympische Zomerspelen van 2021 is Van Riessen 33 jaar. Denken aan stoppen doet ze nog niet. “Ik wilde sowieso nog een of twee jaar door. Het is niet dat ik nu een jaar door móét om nog mee te kunnen doen. Ik denk dat je altijd nog kunt groeien, dat is ook de reden om te blijven fietsen”, zegt ze.
“Ik ben wel later begonnen met fietsen en heb het idee dat ik met een inhaalslag bezig ben. Op het WK had ik een stap gemaakt qua niveau, de plannen lagen klaar om dat richting Tokio ook te doen. Je weet niet of dat gelukt zou zijn of dat je meer tijd nodig hebt. Ik denk ook dat als ik over de teleurstelling heen ben, dan kan je die tijd goed gebruiken om te verbeteren op alle fronten. Ik moet uit dat jaar extra mijn voordeel gaan halen.”