Om op het WK te mogen starten stelt de UCI als eis dat er tijdens het seizoen een renner van de nationale ploeg is gestart in een Nations Cup wedstrijd. Dat heeft Nederland, door welbekende coronatoestanden, het afgelopen jaar nagelaten. Door de UCI wordt dit nu aangegrepen om niet alle Nederlandse baanrenners toe te laten tot het WK. Dit lijkt een beslissing conform het boekje, maar als we verder kijken lijkt er meer te spelen.

Voor landen als Australië en Nieuw-Zeeland lijken dezelfde omstandigheden te gelden als voor Nederland: niemand werd afgevaardigd voor een Nations Cup. Voor hen maakt de UCI echter een uitzondering. Hun argument is dat deze landen niet anders konden door regelgeving vanuit hun overheid. Daar waar dat voor Nederland niet zou gelden.

Als we nóg verder kijken, stuiten we op incidenten in het afgelopen seizoen die voor frictie gezorgd lijken te hebben tussen de KNWU en de UCI. Zo organiseerde Nederland (tijdens de Nations Cup van Hongkong) een ‘georganiseerde trainingswedstrijd’ in Nederland. Dat was tegen het zere been van de UCI met een forse openbare discussie tot gevolg.

Voor de Nations Cup in St. Petersburg had de KNWU de kaarten al klaarliggen, maar besloot deze op het laatste moment te annuleren. En in september werd niemand afgevaardigd voor de Nations Cup in het Columbiaanse Cali wegens de coronasituatie ter plekke. Ook dit werd wederom niet op prijs gesteld door de UCI.

De dispensatie waar de KNWU de afgelopen weken op hoopte, wordt nu door de UCI alleen op de individuele nummers van toepassing verklaard. Hierdoor vallen de Nederlandse teamsprinters én Jan-Willem en Yoeri buiten de boot.

Maar het wordt nog erger. Tijdens het komende WK is er op de Madison plaats voor 18 landen. En daarvan worden er nu maar 17 plekken ingevuld. Het lijkt er dus op dat de UCI een statement heeft willen maken richting de KNWU. Even laten zien wie er de baas is. Met als gevolg dat individuele baanrenners de dupe zijn van deze clash tussen de bonden.

Als BEAT kunnen we hier overigens over meepraten. Wij weten als geen ander hoe het voelt als deze behoefte om een punt te maken boven komt drijven in het hoofdkantoor van de UCI. Denk aan het tijdelijke verbod op onze baanploeg en het gedoe rondom de diskwalificatie van Jan-Willem in de Ronde van België, nadat hij wel was gestart met toestemming van de UCI.

De KNWU had het nooit zover mogen laten komen en had moeten voorkomen dat Yoeri en Jan-Willem op deze manier een unieke kans wordt ontnomen. Dat dat niet is gebeurd is ongelooflijk zuur voor beide BEAT'ers. En ook voor BEAT zelf. Wij hadden met onze renners graag geschitterd op het WK.